Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Perzen, en [26]Lydiers, en [27]Puteers waren in uw heir, uw [28]krijgslieden; schild en helm [29]hingen zij in u op, die [30]maakten uw sieraad. 26. Zie Gen.10:13. Hebreeuws, Lud en Put. 27. Zie Gen.10:6. 28. Die gij zo voor uw garnizoen als anderszins tot hulp van vrienden, vrees van vijanden, en tot pracht, in uw dienst zeer statelijk onderhieldt. 29. Tot pronk en sieraad, gelijk men nog hedendaags met schone wapenen doet. 30. Of, brachten uw sieraad aan. Hebreeuws eigenlijk, gaven, hebben gegeven; dat is, zij maakten u sierlijk, versierden u, dienden tot uw sieraad.